Geldillusies door Marcel Boumans
In de wetenschap probeert men tot een juist idee van de werkelijkheid te komen, maar of men dit heeft bereikt is nooit zeker. Een illusie wordt vaak gedefinieerd als een “onjuist idee van de werkelijkheid”, dus het is nooit zeker of wetenschappelijke ideeën illusies zijn of niet. Dat geldt zeker ook voor de economische ideeën over geld.
Gelukkig is er wel een duidelijke definitie van “geld”: alles wat aanvaard wordt als betaalmiddel. Dat je iets aanvaardt als betaalmiddel is wel afhankelijk van het vertrouwen dat je hebt dat een ander dit betaalmiddel ook aanvaardt. Anders zit je met de gebakken peren. Economen onderscheiden ook nog andere functies van geld, zoals rekeneenheid om “waarde” uit te drukken. Zo is het schilderij ‘Vue de l’Asile de la Chapelle de Saint-Rémy’ 16 miljoen euro waard. Alles wat te koop is, daarvan kun je de waarde in geld uitdrukken. Nog een andere functie van geld die economen onderkennen is dat het ook als spaarmiddel kan dienen, een appeltje voor de dorst.
Geld heeft echter ook een niet-economische betekenis, namelijk als nationaal symbool. Denk maar eens aan het Nederlands papiergeld. Daarop stonden nationale helden op afgebeeld: een dichter, een schilder, een componist, een admiraal en een filosoof. Waar Nederland groot in kan zijn. Maar nationale symbolen hebben ook een schaduwzijde, hoor de roep “wij willen de gulden terug”.
Maar hoeveel beïnvloedt geld ons leven nu werkelijk? Een Britse filosoof uit de 18de eeuw, David Hume, bedacht het volgende gedachten-experiment (je kunt geen experimenten uitvoeren met echte samenlevingen, maar in je gedachten ben je natuurlijk vrij om welke handeling dan ook uit te voeren): Stel dat in één nacht iedereen vijf pond rijker is geworden. Maakt dat wat uit? Volgens Hume niet: er zullen niet meer leningen uitgegeven worden of veranderingen plaatsvinden in de rentestand. Volgens hem was geld slechts olie om de “wielen van de handel” gesmeerd te laten draaien. In navolging hiervan zag de Franse econoom Arthur Pigou geld als een “sluier” waaronder het echte economische leven plaatsvond. Tegenwoordig zeggen bepaalde economen dat geld “neutraal” is, dat wil zeggen dat de geldhoeveelheid alleen invloed heeft op het prijsniveau.
Maar als dat zo is dan was de oorspronkelijke financiële crisis slechts een financiële crisis gebleven, dus slechts een probleem van omvallende banken. Dat verklaart dus niet de huidige economische en af en toe politieke crisis. Als antwoord hierop zeggen diezelfde economen dan dat geld neutraal is “op de lange termijn.” Volgens John Maynard Keynes telt echter de lange termijn niet, “Op de lange termijn zijn we allen dood.” Hoe geld van invloed is op de korte termijn, blijft echter een moeilijke puzzel.
Geïnspireerd door de theorie van Keynes, maakte Bill Phillips in 1950 een hydraulische machine om een economie weer te geven waar geld letterlijk als water in rond stroomt. Het leuke van die machine is dat het van een kant duidelijk laat zien hoe een economie draait, maar tegelijkertijd ook laat ervaren hoe moeilijk het is om zo’n economie te beheersen. Studenten aan economische faculteiten over de hele wereld hebben in de jaren vijftig geprobeerd deze machine onder controle te krijgen, voordat ze hun kennis op echte economieën mochten toepassen, en stonden al snel tot hun knieën in het water.
Tweeton